Na een spraakmakende rechtszaak in Breda zijn twee mannen vrijgesproken van poging tot afpersing in een incident rondom de ex-partner van een vrouw uit Moergestel. De rechtbank oordeelde dat de situatie niet als afpersing kon worden bestempeld.
De zaak draaide om een 38-jarige man uit Waalwijk en zijn 36-jarige vriend uit Sprang-Capelle, die naar Moergestel waren gereisd om de ex-partner van de vriendin uit Waalwijk te confronteren. De 38-jarige verdachte verklaarde dat hij uit bezorgdheid handelde vanwege eerdere gijzeling en mishandeling van zijn vriendin door haar ex-partner.
De aanklacht van het Openbaar Ministerie tegen de verdachten was gebaseerd op vermeende afpersing. Echter, de advocaten van de mannen betoogden dat de dreigementen slechts uit zelfverdediging voortkwamen en niet bedoeld waren om geld af te persen.
Na zorgvuldige overweging concludeerde de politierechter dat er geen sprake was van afpersing, maar eerder van een opwelling in een gespannen confrontatie. De advocaat van een van de verdachten benadrukte de complexe achtergrond van het slachtoffer en de ontoereikende hulpverlening voorafgaand aan het incident.
De vrijspraak van de verdachten laat een complexe kwestie zien van persoonlijke bescherming en de grenzen van zelfverdediging. De zaak werpt ook vragen op over de noodzaak van effectieve ondersteuning voor slachtoffers van huiselijk geweld om herhaling van dergelijke situaties te voorkomen.